Zeilreeglement

Preambule
Zeilen is gezelligheid, verbroedering; zeilen is iets unieks en heeft met varen niets van doen. Zo de reeglementen anders voorschrijven; laat u niet op het verkeerde been zetten: geniet !

Artikel I. Status.
Dit Zeilreeglement is een aanvullend Reeglement op het Algemeen Reeglement van Moresgenootschap Ius Sanctus in de zin van artikel XXI van het Algemeen Reeglement. Het bevat geen bepaling strijdig met het Algemeen Reeglement. Bepalingen in dit Reeglement zijn ondergeschikt aan bepalingen gesteld in het Algemeen Reeglement.

Artikel II. Zeilen.
Zeilen is een activiteit van Moresgenootschap Ius Sanctus.

Artikel III. Doel.

  1. Doel van zeilen is het zich voortbewegen over water.
  2. Met voortbewegen over water worden alle vormen van normvervaging bedoeld.
  3. Voortbewegen over water gaat altijd van kroeg naar kroeg.
  4. Uitzonderingen hierop zijn: halen van: benzine, voer, drank, geld, (verloren) leden.

Artikel IV. Deelname.

  1. Deelnemer is die persoon die lid is van Moresgenootschap Ius Sanctus.
  2. Voldaan heeft aan het gestelde in artikel VI, lid 2.
  3. Uitzondering op artikel IV, lid 1 en 2: Deelnemers zijn ook die personen die niet voldoen aan het bedoelde in artikel IV, lid 1 en/of 2 maar met volledigheid van stemmen zijn geaccepteerd als deelnemer aan het zeilen tijdens een Algemeene Vergadering van Moresgenootschap Ius Sanctus.

Artikel V. Duur.

  1. Zeilen is duur.
  2. Zeilen duurt tenminste drie dagen.
  3. Uitzondering op artikel V, lid 2: Er is geen sprake meer van zeilen als bedoeld in Artikel III indien geen drank meer genuttigd kan worden.

Artikel VI. Financiën.

  1. De kanselier van Moresgenootschap Ius Sanctus draagt zorg voor de financiën.
  2. Alle deelnemers storten voor aanvang van het zeilen een van te voren overeengekomen bedrag in een gemeenschappelijke pot.
  3. De kanselier draagt zorg voor de in artikel VI, lid 2 bedoelde gemeenschappelijke pot.
  4. Een ieder die op eigen rekening gemeenschappelijke goederen aanschaft meldt dit aan de kanselier vergezeld van bon of nota.
  5. Uiterlijk 1 week na afloop van het zeilen presenteert de kanselier aan alle deelnemende leden van Mores de zeilrekening.
  6. Een ieder is verplicht zijn zeilschulden zo snel mogelijk te voldoen. Voorgeschoten bedragen worden terugbetaald in volgorde van hoogte voorschot in verhouding tot hoogte maandelijks inkomen voorschieter. In redelijkheid zijn hierop altijd uitzonderingen op mogelijk.

Artikel VII. Vaarreeglement.

  1. Op dit artikel is onverkort artikel III van toepassing.
  2. In principe zijn tijdens het varen de algemene vaarreglementen van de KNWV van toepassing.
  3. Dit principe is rekbaar.
  4. Er dient altijd drank aanwezig te zijn tijdens het varen.
  5. Van zonsopgang tot zonsondergang wordt de Nederlandse en/of moresvlag gevoerd.
  6. Het Subject van Moresgenootschap Ius Sanctus is voor het bedoelde van Artikel VII lid 5 verantwoordelijk.
  7. Tijdens het varen zijn onverkort de vaarmores van toepassing.

Artikel VIII. Zangreeglement.

  1. Zingen van liederen kan altijd.
  2. Iedereen is in het bezit van een zeilliederenzangbundel
  3. Liederen die vermeld staan in de zeilliederenzangbundel verdienen de voorkeur.
  4. Liederen die gezongen worden en niet in de zeilliederenzangbundel vermeld staan dienen door de zanger uiterlijk het komend jaar aan de zeilliederenzangbundel toegevoegd te worden.
  5. Om middernacht wordt het volkslied aangeheven.
  6. Het zingen van liederen dient gestaakt te worden indien de Magistraat hierom verzoekt.

Artikel IX. Het schip in gaan.

  1. De Magistraat bepaald wie als schipper optreedt.
  2. De schipper heeft aan boord altijd gelijk.
  3. Schipper of Magistraat is gemachtigd enige scheepsassistenten aan te wijzen.
  4. Ook de scheepsassistenten hebben altijd gelijk, behalve ten opzichte van de schipper.

Artikel X. Logboek.

  1. De Griffier van Moresgenootschap Ius Sanctus draagt zorg voor het logboek.
  2. In het logboek worden alle wetenswaardigheden bijgehouden zo die zich tijdens het zeilen voordoen.
  3. Liederen als bedoeld in artikel VIII lid 4 worden allereerst neergeschreven in het logboek.
  4. De Griffier notuleert in gedachten de vaarmores als bedoeld in artikel VII lid 5 in het logboek.
  5. Het logboek wordt elk jaar afgesloten met een nawoord van de Hooghe Raad van Moresgenootschap Ius Sanctus.
  6. In het nawoord als bedoeld in artikel X, lid 5 zal door de Kanselier van Moresgenootschap Ius Sanctus de zeilrekening zoals bedoeld in artikel VI, lid 5 worden opgenomen.

Artikel XI. Paardepikken.

  1. Paardepikken zijn diegenen die zeilen, student zijn, edoch niet gaaf zijn.
  2. Paardepikken zijn ten alle tijde laakbaar.

Artikel XII. Escalatie.

  1. Escalatie kan altijd.
  2. Artikel XII lid 1 zal immer getoetst worden door de Procureur-Generaal aan alle Reeglementen en Mores van het genootschap.

Artikel XIII. Betreden des vaartuigs.
Bij het betreden des vaartuigs dient ten alle tijde de vlag te worden gegroet.

Artikel XIV. Gemeenschap.

  1. Gemeenschap van goederen is in alle gevallen aan de orde.
  2. Een goed is in bezit van de gemeenschap vanaf het moment dat een der leden van het genootschap het goed in bezit genomen heeft.
  3. Alle goederen die reeds in bezit waren van een der leden voor aanvang van het moreszeilen vallen buiten de regeling.
  4. Met goederen worden alle roerende, onroerende, stoffelijke en onstoffelijke zaken bedoeld.

Artikel XIV. Buitenlanders.

  1. Buitenlanders zijn allen die de Nederlandse taal niet of slechts beperkt machtig zijn.
  2. Met buitenlanders dient altijd luid maar vooral ook langzaam gesproken te worden.
  3. Indien gesproken wordt met buitenlanders dient dit met 'handen en voeten' begeleidt te worden.
  4. Onder voorkomende gevallen dient er door het lid dat de betreffende taal wel machtig is getolkt te worden.

Artikel XV. Slotbepaling. In alle gevallen waarin dit Reeglement niet voorziet beslist de Hooghe Raad.